Recht op een toegankelijke samenleving
In Nederland hebben doven, slechthorenden en doofblinden recht op ondersteuning bij de communicatie. Dat betekent dat iedereen met een auditieve beperking recht heeft op een (schrijf)tolk en gebruik kan maken van de tolkvoorziening. Met een tolkvoorziening hoef je niet te betalen voor het inzetten van een tolk. Er is keuze uit verschillende tolksoorten: de tolk Nederlandse Gebarentaal (tolk NGT), de tolk Nederlands met Gebaren (NmG-tolk), de schrijftolk en de tolk tactiele NGT (tolk TNGT). Door instanties en de overheid worden deze verschillende tolksoorten over het algemeen benoemd met de overkoepelende term doventolken, al is dat uiteraard niet de politiek correcte term.
Verantwoordelijke ministeries
De tolkvoorziening valt onder de verantwoordelijkheid van drie ministeries: Onderwijs Cultuur en Wetenschap (OCW), Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) en Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). De vergoeding van een schrijftolk is dan ook verdeeld over drie verschillende soorten domeinen, namelijk het werkdomein, het onderwijsdomein en het leefdomein.
UWV en Tolkcontact
Het UWV voert de tolkvoorzieningen voor deze ministeries uit. Zo beslist het UWV wie recht heeft op een tolkvoorziening, hoeveel tolkuren een tolkgebruiker toegekend krijgt en voor welke periode de tolkgebruiker de tolkuren toegekend krijgt.
Het UWV heeft enkele onderdelen van de tolkvoorziening uitbesteed aan Tolkcontact, zoals de facturatie voor tolken en het bemiddelen van tolkopdrachten.