Beroepscode

Datum laatste wijziging:  24 mei 2021

Inleiding

Deze beroepscode is geldig voor de schrijftolken in Nederland. De beroepscode is geschreven door de werkgroep beroepscode en beroepsprofiel van de Nederlandse Schrijftolken Vereniging (NSV). De NSV heeft dit document voorgelegd aan haar leden en aan het werkveld. Op 1 november 2009 is de tekst vastgesteld en op 23 mei 2020 is de tekst voor het laatst gewijzigd. Deze beroepscode vervangt de voorgaande Beroepscode Schrijftolk. Dit document hangt nauw samen met het door het NSV vastgestelde Beroepsprofiel Schrijftolk.

Begrippenlijst

  • Auditief beperkten: mensen die een auditieve beperking hebben (en mogelijk als gevolg daarvan een communicatieve beperking), met als voorbeelden (maar zich niet beperkend tot): vroegdoof/pre-linguaal doof, plotsdoof, laatdoof, doofblind of slechthorend.
  • Doofblind(heid): doofblindheid is een combinatie van doofheid/slechthorendheid en blindheid/slechtziendheid.
  • Tolkgebruikers: mensen die gebruik maken van de dienst van een schrijftolk. Dit betreft zowel mensen met een auditieve beperking als mensen met een auditieve en visuele beperking.
  • Schrijftolk: een schrijftolk maakt gesproken taal leesbaar. Een schrijftolk gebruikt hiervoor een Veyboard of Velotype Pro, dat is aangesloten op een computer/laptop (en eventueel een beamer) en/of pen en papier. Op deze wijze ondersteunt de schrijftolk de communicatie tussen mensen met en zonder auditieve beperking.
  • Tolkopdracht: dit is de situatie waarvoor een schrijftolk wordt aangevraagd.
  • Tolktekst: dit is de te lezen tekst die weergegeven wordt tijdens een tolkopdracht. Indien slechts één auditief beperkte tolkgebruiker bij de tolkopdracht aanwezig is, bevat de tolktekst in principe niet de gesproken tekst van deze tolkgebruiker.
  • Werkveld: Het werkveld van de schrijftolk strekt zich uit tot alle mogelijke situaties waarbij sprake is van communicatie tussen personen met en zonder auditieve beperking.
  • Tolken op afstand: tolkopdracht waarbij de schrijftolk de tolkdienst verricht vanuit een locatie, niet zijnde de locatie waar de tolkgebruiker zich bevindt.

Artikel 1

De schrijftolk stelt zich op de hoogte van de wet- en regelgeving die in haar* werkveld van toepassing zijn en leeft deze na.

Artikel 2

Een schrijftolk stelt zichzelf, voordat zij een tolkopdracht aanneemt, de volgende vier vragen:

  • Voldoet de aanvraag aan de functieomschrijving van een schrijftolk, zoals in de begrippenlijst is omschreven?
  • Ben ik voor deze tolkopdracht voldoende deskundig?
  • Beschik ik over voldoende vaardigheden om deze tolkopdracht uit te voeren?
  • Kan ik met mijn persoonlijke, maatschappelijke en ethische opvattingen deze tolkopdracht uitvoeren?

Als de schrijftolk één van deze vier vragen ontkennend beantwoordt, dient zij de tolkopdracht te weigeren.

Artikel 3

3.1
De schrijftolk informeert (nieuwe) tolkgebruiker(s) over de Beroepscode Schrijftolk en de tolkvoorzieningen in het algemeen.

3.2
De schrijftolk laat zien in haar gedrag dat zij de zelfstandigheid van de tolkgebruiker(s) respecteert.

3.3
De schrijftolk heeft een professionele attitude richting tolkgebruiker(s), waarbij gelijkwaardigheid het uitgangspunt is.

Artikel 4

4.1
De schrijftolk vervult de functie van schrijftolk zoals in de begrippenlijst is omschreven.

4.2
Tijdens de voorbereiding, de introductie en het tolkproces creëert de schrijftolk in overleg met de tolkgebruiker(s) randvoorwaarden voor optimale communicatie en uitoefening van haar werkzaamheden.

4.3
De schrijftolk verricht de tolkdienst naar beste inzicht en vermogen, overeenkomstig de eisen van een goed opdrachtnemer en deze beroepscode. Deze verplichting heeft het karakter van een ‘inspanningsverbintenis’.

4.4
De schrijftolk

  • is neutraal qua uiterlijk;
  • is geen deelnemer aan de situatie;
  • houdt een gepaste afstand tot de tolkgebruiker(s);
  • reageert neutraal op de inhoud van de situatie;
  • is zich bewust van haar eigen normen en waarden en voorkomt dat deze van invloed zijn op de tolktekst.

4.5

Indien tijdens de uitvoering van de tolkopdracht blijkt dat de schrijftolk niet vaardig en/of deskundig genoeg is of dat de tolkopdracht strijdig is met de persoonlijke, maatschappelijke en ethische opvattingen van de schrijftolk, dan communiceert zij dit onmiddellijk met de tolkgebruiker(s) en legt mogelijke oplossingen aan de tolkgebruiker(s) voor. Indien geen oplossing gevonden wordt, beëindigt de schrijftolk de uitvoering van de tolkopdracht.

4.6

De schrijftolk tolkt alleen indien de auditief beperkte tolkgebruiker (fysiek of virtueel) bij de tolkopdracht aanwezig is.

4.7

Indien de schrijftolk voor of tijdens de tolkopdracht wordt geconfronteerd met (seksuele) intimidatie, discriminatie, racisme of agressie, of de situatie of omstandigheden van de tolkopdracht reëel gevaar oplevert of kan opleveren voor het fysiek of geestelijk welzijn van de schrijftolk en/of de tolkgebruiker, heeft de schrijftolk het recht de tolkopdracht onmiddellijk te beëindigen. In dat geval heeft de schrijftolk het recht de zwijgplicht als bedoeld in artikel 7 te doorbreken.

4.8

De schrijftolk overhandigt de tolktekst alleen op verzoek van tolkgebruiker(s) en slechts als alle partijen daarmee instemmen. Deze tekst is alleen bestemd voor persoonlijk gebruik en hieraan kunnen geen rechten worden ontleend.

Artikel 5

5.1         
De schrijftolk zal zich ervoor inspannen dat tolkgebruiker gebruik kan maken van de mogelijkheden voor tolken op afstand, indien partijen dat vooraf overeenkomen.

5.2         
Tolkgebruiker garandeert en staat ervoor in dat hij of zij beschikt over de vereiste rechten, bevoegdheden en licenties om de technische (communicatie)middelen en de software die daarop staat te gebruiken, alsmede dat hij of zij gerechtigd is alle activiteiten te verrichten die nodig zijn voor het afnemen van de tolkdienst middels tolken op afstand. 

5.3         
De schrijftolk spant zich in voor beschikbaarheid en bereikbaarheid van de technische (communicatie)middelen aan de zijde van de schrijftolk. Tolkgebruiker is zich ervan bewust dat deze verplichting het karakter heeft van een ‘inspanningsverbintenis’ en de schrijftolk niet kan garanderen dat de tolkgebruiker onbelemmerde toegang heeft tot de (communicatie)middelen, de netwerken, de diensten en systemen voor of ten behoeve van tolken op afstand, noch dat deze ononderbroken, zonder fouten of gebreken functioneren, betrouwbaar en altijd bereikbaar zijn of voor het juiste gebruik daarvan. De schrijftolk is niet aansprakelijk voor enig gebrek of een onjuiste weergave in de tolktekst als gevolg van voornoemde omstandigheden of wegens het verloren gaan van digitale informatie en gegevens.

5.4         
De schrijftolk kan niet garanderen dat de functies van de technische (communicatie) middelen ten behoeve van tolken op afstand aan de eisen van de tolkgebruiker voldoen, tenzij vooraf anders overeengekomen tussen partijen.

5.5         
De schrijftolk spant zich in voor een naar de stand van de techniek adequate beveiliging van de door schrijftolk gebruikte technische (communicatie)middelen. Tolkgebruiker draagt er zelf zorg voor dat de door hem of haar gebruikte apparatuur en software afdoende en op geschikte wijze beveiligd is. De schrijftolk is niet aansprakelijk voor schade die is ontstaan door uitwerking van gebruikte software of door misbruik door derden.

Artikel 6

Het schrijftolken voor een doofblinde tolkgebruiker. In aanvulling op en/of in afwijking van de overige artikelen van deze beroepscode geldt, ten aanzien van het tolken voor doofblinde tolkgebruiker(s):

6.1
De schrijftolk is een professionele schakel in de communicatie tussen doofblinde tolkgebruikers en hun omgeving, zowel in het leefdomein, het onderwijsdomein, als in het werkdomein. De schrijftolk is verantwoordelijk voor de communicatie, maar niet aansprakelijk voor de gevolgen die voortvloeien uit de tolksituatie.
6.2
De schrijftolk is zich ervan bewust dat er een onderscheid bestaat tussen de werkzaamheden van een schrijftolk en die van een doofblindenbegeleider, alsmede tussen de tolkvoorziening en de begeleidersvoorziening. Schrijftolken voor een doofblinde tolkgebruiker vraagt vanwege de visusbeperking van de doofblinde tolkgebruiker veelal een actievere rol van de schrijftolk, maar de schrijftolk waakt ervoor dat de tolkwerkzaamheden niet omslaan in hoofdzakelijk begeleiding.
6.3
Afhankelijk van de mate van de visusbeperking van de doofblinde tolkgebruiker kan het geven van visuele informatie (beschrijven) en het begeleiden van de doofblinde tolkgebruiker, tot de taken van de schrijftolk gerekend worden, wanneer dit voortvloeit uit de tolkopdracht. De schrijftolk zal tijdens de tolkopdracht geen andere functie vervullen, zoals bijvoorbeeld die van hulpverlener of adviseur.
6.4
De schrijftolk respecteert de autonomie en de zelfstandigheid van de doofblinde tolkgebruiker, en toont dat naar de doofblinde tolkgebruiker en naar andere aanwezige personen in houding en gedrag.
6.5
Een doofblinde tolkgebruiker kan een beroep doen op de schrijftolk met betrekking tot het thuis ophalen, het vervoer naar de tolklocatie, en het naderhand weer thuisbrengen. De schrijftolk is hiertoe niet verplicht en mag de tolkopdracht ook uitvoeren zonder de doofblinde tolkgebruiker thuis op te halen en na het tolken vanaf de tolklocatie weer thuis te brengen. Te allen tijde worden afspraken hieromtrent – vooraf – in overleg tussen de doofblinde tolkgebruiker en de schrijftolk gemaakt.
6.6
Het tolken voor een doofblinde tolkgebruiker kan een specifieke tolkmethode vereisen die vormgegeven kan worden via onder andere (maar zich niet beperkend tot): tolken in getypte tekst op een scherm met vergrote letters en/of aangepaste kleuren, tolken via een brailleleesregel, tolken van gesproken Nederlands naar gesproken Nederlands, tolken in schrift, tolken via vierhanden gebaren (tactiele gebaren), en eventuele combinaties van de hier genoemde tolkmethodes.

Artikel 7

7.1
De schrijftolk heeft zwijgplicht. Dit houdt in dat de schrijftolk alle informatie voorafgaand aan, tijdens en na de tolkopdracht vertrouwelijk behandelt. En indien artikel 4.7 en 4.8 niet van toepassing is, verwijdert de schrijftolk de tolktekst van de computer.

7.2
Wanneer de schrijftolk tijdens de beroepsuitoefening informatie krijgt waardoor zij een sterk vermoeden heeft dat het mentale en/of fysieke welzijn van mensen in gevaar kan komen, dan meldt zij aan de tolkgebruiker(s) dat zij haar zwijgplicht doorbreekt en de betreffende informatie aan de daartoe aangewezen instanties meldt.

Artikel 8

8.1
De schrijftolk vraagt en geeft, indien gewenst, ondersteuning aan collega-tolken.

8.2
De schrijftolk geeft indien gewenst feedback aan collega-tolken en tolkgebruikers.

*overal waar ‘zij’ of ‘haar’ staat, kan ook ‘hij’ of ‘zijn’ gelezen worden

Ga naar de inhoud